De wachters

Hoofdstuk 5

De boodschap

Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede aankondigt, die goede boodschap brengt, die heil verkondigt, die tot Sion spreekt: Uw God is Koning.
Hoor, uw wachters verheffen de stem, zij jubelen tezamen, want met eigen ogen zien zij, hoe de Here naar Sion wederkeert.
Breekt uit in gejuich, jubelt eenparig, puinhopen van Jeruzalem, want de Here heeft zijn volk getroost, Hij heeft Jeruzalem verlost.
De Here heeft zijn heilige arm ontbloot voor de ogen van alle volken en alle einden der aarde zullen zien het heil van onze God.

( Jesaja 52:7 t/m 10).

De wachter als boodschapper van het heil.
Er zijn vele invloeden op te noemen die tegengesteld zijn aan de bedoelingen die God met zijn schepping heeft. Wachters in geestelijke zin, zijn mensen die een dusdanig ontwikkeld geestelijk onderscheidingsvermogen hebben dat zij duidelijk in de geestelijke gewesten kunnen 'zien' en ook 'analyseren' wat er precies gaande is.
Een wachter zonder specifieke boodschap zou dan eenvoudigweg zijn waarnemingen bekend kunnen maken. Zonder het zelf te willen wordt zo iemand al gauw een soort zwartkijker of onheilsprofeet. Wie deze inzichten dan ook nog uitbreid met berichten over 'de dag des Heren', kan er op rekenen juist dié oordeelsprofeet te worden die door iedereen op een afstand gehouden wordt. De balans is dan zoek.
De oorzaak van een dergelijke ontwikkeling is gelegen in het ontbreken van het belangrijkste ingrediënt, namelijk: de Messiaanse heilsbeloften.

Eigenlijk zou iedere Nieuw Testamentische wachter (oftewel profeet) zichzelf eerst volledig moeten doordrenken met deze Messiaanse heilsbeloften, ook wel 'Het Evangelie' genoemd.
Het Evangelie is 'een heilsboodschap' en wij zijn in de eerste plaats 'brengers van goede tijding'.

Een Nieuw Testamentisch wachter moet zich ontwikkelen in een positieve geloofshouding. Het gaat er om hoe wij gaan inspreken op situaties die een verandering nodig hebben.
Als je iets negatiefs ziet, kun je inderdaad met heel veel woorden omschrijven wat dat negatieve precies is, maar Goddelijker is het om er iets veel beters tegenover te stellen en zodanig op de situatie in te spreken dat het negatieve verzwolgen wordt door Goddelijke inspiratie.
Toen de Geest van God in Genesis 1 zweefde over de wateren, zei Hij niet bij zichzelf: 'Tsjonge, wat is het hier donker, Ik krijg het er benauwd van.' Nee, de Geest van God zei als het ware: 'Tsjonge, wat is het hier donker, daar gaan we wat aan doen.'

En toen ging de Geest van God ook niet eens spreken tegen de duisternis, maar Hij ging 'inspreken' op de situatie door de verkondiging van het heil.

  • De boodschap was heel simpel maar wel krachtig:
    'Er zij licht.'
    En het was er.

De eenparigheid van de wachters.
Het gaat er dus om dat wij een positieve heilsboodschap gaan verkondigen. Dit moet dan ook nog eensgezind gebeuren.
Wij mogen gaan spreken tegen Sion (de gemeente van Jezus Christus): Uw God is Koning - Jezus regeert - de Heer is hier - Hij gaat grote dingen onder ons doen - smaakt en ziet dat de Heer goed is!
De wachters mogen eenparig hun stem verheffen in het spreken van een heilsboodschap aan het lichaam van Christus.
Eenparig wil ook zeggen: vanuit dezelfde heilsvisie!
Profetische uitspraken zijn daarom ook: vertroostend, de rechte weg wijzend, bemoedigend!

De Heer heeft zijn volk getroost. Wij gaan spreken tegen de puinhopen van wat de geestelijke stad van God zou moeten zijn, dat zij weer oprijst uit de puinhopen.
De Heer keert weer!

  • De gemeente van Jezus Christus zal vol worden van zijn heerlijkheid !

Het zien van de God die terugkeert.
Dit alles is uiteraard rechtstreeks gekoppeld aan de relatie die de wachter-profeet heeft met God. Als je veel manifestaties van de duisternis waarneemt, heb je daar kennelijk goed kennis van genomen al ben je er niet persoonlijk bij betrokken.
Maar een goede relatie met God opent onze ogen voor de 'bewegingen' die Hij maakt.
Ook God 'wandelt'. Vroeger 'wandelde' Hij door de hof van Eden. Nú 'wandelt' Hij temidden van zijn volk, tussen de zeven kandelaren door. De vraag is nu, zién wij Hem wandelen en zién wij wat Hij doet. Als wij dàt zien, kunnen wij het ook met des te meer geloof afkondigen.

Let er wel op dat het zien van Gods terugkeren (in vers 8 van Jesaja 52) in de o.t.t. geschreven staat: "Want met eigen ogen zien zij hoe de Here naar Sion wederkeert."

  • Zien wij dat ?